Overslaan en naar de inhoud gaan

Laten we Charlie zijn, met gebalde vuist

Edito de Nico Cué

Vrijheid van meningsuiting is een absolute waarde in een democratie. Slechts in één omstandigheid is het toegelaten deze met de voeten te treden: als degenen die deze vrijheid inroepen, ze in haar naam willen inperken. We mogen tegen God zijn, of de Profeet, links, centrum, rechts, vakbonden, patronaat: maar het moet wel op een respectvolle manier gebeuren, met ruimte voor debat. Ik ben Charlie, u bent Charlie: maar we moeten onderling overeenkomen wat dat is, "Charlie zijn". Charlie zijn, dat is ook een werkingsregel, een levenswijze, een manier om zijn vrijheid bewust op te nemen.

Dat is wat Cabu, Charb, Honoré, Tignous en Wolinski hun hele leven gedaan hebben. De emotie en de woede die ons bij de keel grepen op de dag waarop wij over de moordpartij vernamen, mag een volgens mij fundamenteel element niet naar de achtergrond verdringen: deze vijf, vandaag symbolen voor de vrijheid van meningsuiting, hebben tot de laatste snik moeten vechten, net opdat het bij iedereen zou doordringen dat ze vrij wilden zijn. Dat ze de wereld waarin ze leefden fundamenteel aanklaagden. Dat ze, zoals Bernard Lavilliers indertijd zong, zedenpreken, gesloten inrichtingen en huizen van bewaring verafschuwden.

Onder de vele duizenden teksten over dit bloedbad, dient het relaas van Ségolène Vinson, die gerechtelijke columns schrijft voor Charlie, ter plaatste aanwezig op het moment, herlezen te worden : «we hoorden twee maal “pop”. Het klonk als "pop pop". In een bijeenkomst van cartoonisten die gewend zijn tekstwolkjes te bedenken, klinken schoten allicht als ‘pop pop’. Twee kogels hebben de longen doorboord van Simon Fieschi, 31 jaar, de webmaster die de stortvloed aan beledigingen die al jaren op de redactie toestromen, moet opvangen. Als je het gebouw binnengaat, is zijn werkkamer de eerste die je tegenkomt.  Fieschi is het eerste slachtoffer van de wraakactie van de broers Kouachi.”
De stortvloed aan beledigingen die al jaren op de redactie toestromen… Het is een realiteit: De gasten van Charlie dachten en handelden als vrije mensen, en elke dag opnieuw werden ze om die reden uitgescholden. Niet door twee gewapende gekken, maar door een leger Dupont-Lajoie die hun gal uitspuwden vanachter de comfortabele dekking van een scherm en een “gepseudonymiseerd” internet adres.

Twee à vier miljoen Charlies trokken zondag na de aanslag de straat op. Mooi en ontroerend. Hoeveel mensen kochten Charlie en droegen dus hun centje bij aan de vrijheid?   Zestigduizend… Er kwamen staatshoofden naar Parijs om de vrijheid van denken te steunen, terwijl hun politiechefs journalisten, syndicalisten, tegenstanders vasthielden of zelfs folterden in “gesloten inrichtingen en huizen van bewaring”. En het bloedbad op Charlie doet menigeen nadenken - dromen? - over een verstrenging van de controlemaatregelen voor de burgers, zoals in de Verenigde Staten na de aanslagen van 2001. In België, in Frankrijk, worden zelfs voorbereidingen getroffen om het leger de straat op de sturen. Wat zouden Cabu, Charb, Honoré, Tignous, Wolinski daarvan denken?  Oh, ongetwijfeld zouden die met pen en potlood in de weer gaan en er uiteindelijk eens goed om lachen. En schrijven “Wij zijn Charlie, vermoord onze vrijheden niet nog eens.”

Protesteren, zijn stem laten horen, kritiek geven: houdingen die steeds verdachter zijn in de ogen van de “weldenkenden”, of ten minste, van degenen die zich zo voordoen. Een werknemer die staakt, omdat hij geen andere keuze heeft om van hem te laten horen, wordt bijna een terrorist : Het volstaat te lezen wat op diezelfde sociale netwerken, die "vandaag Charlie zijn", geschreven werd over de sociale acties van de voorbije twee maanden, acties die nochtans in gemeenschappelijk front gevoerd werden door vakbondsorganisaties die meer dan drie miljoen mensen vertegenwoordigen. 
De veiligheid in het land moet verhoogd worden, maar er wordt gesnoeid in het budget van de politie, en ruimer genomen, dat van de overheidsdiensten, die niet worden beschouwd als middelen om de vrijheid van meningsuiting te waarborgen (en de middelen om deze vrijheid uit te oefenen), maar als een loutere kostenpost waar de schaar in moet in naam van onwaarschijnlijke begrotingsevenwichten. Het is nodig “ons sociaal model in stand te houden", maar werklozen zijn niet meer welkom op het OCMW, de lonen worden bevroren, de sociale dialoog wordt onmogelijk gemaakt. 

Natuurlijk is de aanslag op Charlie Hebdo zeer erg. Maar zij die deze horror aan de kaak stellen, hoeveel van hen vermoorden al jaren, stukje bij beetje en zonder vuurwapen, de vrijheid om zich uit te drukken, om te vechten. Door eenheidsdenken, economische druk, heimelijke reglementeringen, « politiek correct » discours, opinies in de kiem te smoren?
Laten we dus Charlie zijn, maar dan wel voluit. Laten we Charlie zijn, dus radicaal. Laten we ons afzetten tegen alle profeten die onze vrijheden willen inperken in de naam van hun paar belangetjes.  Wees Charlie, met gebalde vuist en bras d'honneur.

Nico CUE
Secretaris-generaal