Terugwinning van metalen – PSC 142.01

Binnen ondernemingen vanaf 20 werknemers (uitgedrukt in VTE's) wordt vanaf 1 januari 2023 het collectief opleidingsrecht afgeschaft en vervangen door een individueel opleidingsrecht van 4 dagen per periode van 2 jaar.

Voor deze ondernemingen is ook het volgende groeipad overeengekomen:

• 2025-2026: 6 dagen individueel recht per periode van 2 jaar
• 2027-2028: 8 dagen individueel recht per periode van 2 jaar
• Vanaf 2029: 25 dagen individueel recht per periode van 5 jaar

Binnen ondernemingen met tussen de 10 en de 19 werknemers (uitgedrukt in VTE's) wordt vanaf 1 januari 2023 het collectief opleidingsrecht afgeschaft en door een individueel opleidingsrecht van 3 dagen per periode van 2 jaar vervangen.

Binnen ondernemingen met minder dan 10 werknemers (uitgedrukt in VTE's) wordt vanaf 1 januari 2023 een collectief opleidingsrecht van 3 dagen per periode van 2 jaar behouden.

Tot 30 juni 2025 zal geen onderscheid worden gemaakt tussen formele en informele opleidingen om de opleidingsinspanningen te bepalen.

Een opleidingsplan dient als globaal overzicht van de opleidingsbehoeften en de opleidingsinspanningen in de onderneming. Bij de opmaak van een opleidingsplan moeten de opleidingsbehoeften in alle afdelingen en personeelsgroepen worden onderzocht.

Het opstellen van een opleidingsplan is verplicht voor de ondernemingen met meer dan 20 werknemers (uitgedrukt in VTE's).

In bedrijven met een syndicale delegatie moet het opleidingsplan steeds het voorwerp uitmaken van overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging.

Van 1 september 2023 t.e.m. 30 juni 2025 moet er aan de volgende criteria worden voldaan om opleidingen te organiseren buiten de arbeidsuren:

• maximaal 12 uur per arbeider per jaar
• keuzemogelijkheid voor de arbeider tussen recuperatie of uitbetaling van de opleidingsuren
• enkel op vrijwillige basis

Van 1 januari 2023 t.e.m. 31 augustus 2023 en vanaf 1 juli 2025 moet er aan de volgende criteria worden voldaan om opleidingen te organiseren buiten de arbeidsuren:

• voor beroepen en specifieke activiteiten die het onmogelijk maken om opleiding te voorzien tijdens de arbeidsuren
• minimaal 4 uur en maximaal 12 uur per arbeider per jaar
• keuzemogelijkheid voor de arbeider tussen recuperatie of uitbetaling van de opleidingsuren
• enkel op vrijwillige basis
• onder toezicht en na een versnelde procedure, alsook mits het voorafgaande akkoord van de vakbondsdelegatie enerzijds en de paritaire stuurgroep anderzijds.