Non-ferro metalen - PC 105
Lonen en vergoedingen
Ontdek hier alle elementen waaruit uw loon als werknemer in de sector “Non-ferro metalen” bestaat.

Minimumlonen
Minimumlonen
Aan alle arbeiders die normale prestaties leveren, wordt een bruto maandloon van 2544,54€ gewaarborgd, met inbegrip van alle productiepremies, in de vorm van een uurequivalent van 15,47€ (38 uur/week) voor de prestaties die worden geleverd volgens het arbeidsreglement van het bedrijf .
Sinds 1 juli 2011 worden werknemers jonger dan 18 jaar ook aan 100% betaald. Vroeger verdienden deze jongeren een percentage van het (minimum)loon naargelang hun leeftijd.
De loonschaal voor jongeren geldt nog steeds voor werkende studenten onder de 18 jaar. Afhankelijk van hun leeftijd hebben zij recht op een percentage van het minimumloon.
Leeftijd | Percentage | Uurloon |
< 16,5 jaar | 80% | 12,38€ |
16,5 jaar | 85% | 13,15€ |
17 jaar | 90% | 13,92€ |
17,5 jaar | 95% | 14,70€ |
18 jaar | 100% | 15,47€ |
In de non-ferrometalensector voorziet het sectorale systeem in een jaarlijkse indexverhoging die berekend wordt door de verhouding te maken tussen de afgevlakte gezondheidsindex van de maand april van het lopende jaar en de afgevlakte gezondheidsindex van de maand april van het voorgaande jaar.
Concreet zijn de lonen op 1 mei 2025 met 3,48% gestegen.

Ecocheques
SAMENVATTING
Bedrag : 250€
Referteperiode : van 01/10 tot 30/09
Datum van betaling : met loon in oktober
Mogelijkheid tot omzetting : ya
MEER INFORMATIE NODIG ?
Neem contact op met je afgevaardigde of met het Metallo-kantoor van je regio.
Ecocheques
Er worden ecocheques toegekend voor een totale waarde van 250 euro aan voltijdse arbeiders bij de uitbetaling van het loon in oktober.
Voor deeltijdse arbeiders wordt het bedrag van 250 euro aangepast aan de tewerkstellingsbreuk.
Voor arbeiders die geen arbeidsovereenkomst voor de volledige referteperiode hebben, wordt het bedrag van 250 euro aangepast in verhouding tot de periodes waarin ze een arbeidsovereenkomst hadden met de werkgever voor de volledige referteperiode.
Voor de toekenning van ecocheques wordt rekening gehouden met de dagen waarop de werknemer tijdens de referteperiode loon of vakantiegeld heeft ontvangen.
De referteperiode is één jaar en loopt van 1 oktober tot 30 september.
Wanneer de werknemer tijdens de referteperiode op bepaalde momenten niet werkt, wordt in de volgende gevallen een gelijkstelling voorzien:
- Gelijkstelling op basis van nationale wetgeving (cao nr. 98 );
- alle dagen van tijdelijke werkloosheid;
- alle dagen van afwezigheid wegens een arbeidsongeval, op voorwaarde dat 1 dag gewaarborgd loon voor een arbeidsongeval werd betaald tijdens de referteperiode;
- maximum 3 maanden ziekte per referteperiode, mits 1 dag gewaarborgd loon bij ziekte werd betaald tijdens de referteperiode;
- de volledige periode van het geboorteverlof;
- alle ziektedagen tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid;
- de dagen van profylactisch verlof, pleegouderverlof en adoptieverlof.
Er kan op ondernemingsvlak onderhandeld worden over een alternatieve en equivalente besteding van de ecocheques.
Dit gebeurt op basis van een bedrag van 250 euro per arbeider en per jaar (kosten en werkgeverslasten inbegrepen met uitzondering van de administratieve kosten).

reiskostenvergoedingen
openbaar vervoer
Sinds 1 februari 2022 draagt de werkgever tot 80% bij in de kosten van het openbaar vervoer. Waar mogelijk moet de derdebetalersregeling worden toegepast.
Eigen vervoer
Met uitzondering van de bijdrage voor het gebruik van de fiets wordt de werkgeversbijdrage in de privévervoerkosten van werknemers berekend op basis van onderstaande tabel.
Deze tabel wordt elk jaar op 1 mei geïndexeerd met het percentage waarmee de lonen op die datum worden geïndexeerd.
De bedragen van de werkgeversbijdrage in de privévervoerskosten zijn geïndexeerd op 1 mei 2024.
Fietsvergoeding
Wanneer de arbeider de fiets gebruikt voor de totale afstand tussen zijn woonplaats en de onderneming, worden vanaf 1 januari 2024 de volgende bijdragen verstrekt:
- 0,48 euro per werkelijk afgelegde kilometer voor enkele afstanden van 1 tot en met 3 km;
- 0,36 euro per werkelijk afgelegde kilometer voor enkele afstanden van 4 tot en met 5 km;
- 0,30 euro per werkelijk afgelegde kilometer voor enkele afstanden van 6 km;
- 0,27 euro per werkelijk afgelegde kilometer voor enkele afstanden van 7 km;
Tijdens ‘gemengde’ maanden, d.w.z. kalendermaanden waarin werkdagen met eigen vervoer worden gecombineerd met werkdagen met gebruik van de fiets, worden de dagen met de fiets gecompenseerd met de hogere fietsvergoeding.
Indien de werkgever vaststelt dat de werknemer misbruik maakt van het in dit artikel voorziene systeem, behoudt hij zich het recht voor om zijn tussenkomst te beperken volgens de voor andere privévervoermiddelen vastgelegde modaliteiten.
Wanneer de verplaatsing geheel of gedeeltelijk met de fiets gebeurt, wordt de bijdrage van de onderneming beschouwd als een fietsvergoeding.
Elk jaar zal de werkgever op verzoek van de werknemer de nodige gegevens bevestigen waarmee de werknemer zijn gebruik van de fiets kan aantonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding.
Gemeenschappelijke bepalingen
De berekening van de afstand wordt in elk bedrijf in onderling overleg bepaald om rekening te houden met geografische bijzonderheden.
De tussenkomst van de onderneming wordt enkel toegekend voor de dagen waarop de werknemer op het werk aanwezig is.
De werkgever kan alle controles uitvoeren die hij nodig acht om zijn tussenkomst te rechtvaardigen en kan van de werknemer alle documenten krijgen die daartoe relevant zijn.
De vergoeding wordt minstens een keer per maand betaald.
Gunstigere regelingen die reeds op bedrijfsniveau bestonden, blijven in hun bestaande vorm op de betrokken werknemers van toepassing.
Vervoer georganiseerd door het bedrijf
Wanneer het vervoer door de onderneming wordt georganiseerd voor een deel of het geheel van de afstand, al dan niet met een financiële bijdrage van de werknemer, wordt de tussenkomst, berekend op basis van de volledige afstand tussen de woonplaats en de onderneming overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verminderd met de kosten die de onderneming maakt voor het door haar georganiseerde vervoer.
Deze operatie mag niet leiden tot een negatief resultaat.

Premies
MEER INFORMATIE NODIG ?
Neem contact op met je afgevaardigde of met het Metallo-kantoor van je regio.
Variabele bonus
De variabele bonus bestaat al enkele jaren in de sector.
Deze bonus is gebaseerd op de winstgevendheid van het bedrijf. Deze winstgevendheid wordt bepaald op basis van de “ROCE”, d.w.z. de verhouding tussen het bedrijfsresultaat en het aangewend kapitaal. Elk jaar wordt de bonus berekend op basis van het individuele brutoloon van de werknemer tijdens de referteperiode.
Vanaf 2022 zijn de percentages als volgt:
ROCE | BONUS |
0-3 % | 0% |
3-5 % | 0,5% |
5-7,5 % | 1,4% |
7,5-10 % | 1,7% |
10-12,5 % | 1,8% |
12,5-15 % | 2,1% |
15-17,5 % | 2,8% |
17,5-20 % | 3,5% |
20 % of + | 4,1% |
Voor de berekening van de premie worden feestdagen gelijkgesteld aan gewone werkdagen. In geval van deeltijdse of onvolledige prestaties tijdens de referteperiode, wordt de premie berekend op basis van het individueel brutoloon.
Bijgevolg wordt de premie automatisch berekend op basis van de tewerkstellingsperiode.
Eindejaarspremie
Er is geen sectorale cao die de werkgever verplicht om een eindejaarspremie te betalen.
In bedrijven waar wel een eindejaarspremie is, moeten bepaalde regels in acht worden genomen.
In bedrijven waar sprake is van een eindejaarspremie en onverminderd gunstiger bepalingen geldt het volgende:
- Een pro rata toekenning aan de arbeiders die het bedrijf verlaten, ongeacht het soort contract (met uitzondering van de arbeiders die ontslagen worden om dringende reden).
Gelijkstellingen: ziektedagen, dagen arbeidsongeschiktheid wegens gewone ongevallen of arbeidsongevallen en beroepsziekten worden gelijkgesteld, tot de eerste periode van 6 maanden en maximaal 6 maanden in totaal per referteperiode. Sinds 1 januari 2021: gelijkstelling van alle dagen van profylactisch verlof, pleegouderverlof en adoptieverlof. - De dagen van tijdelijke werkloosheid om economische redenen die zich tijdens de betreffende referteperiode voordoen, worden voor de berekening gelijkgesteld aan werkelijk gepresteerde dagen, met een maximum van 60 werkdagen.
- De eindejaarspremie kan geheel of gedeeltelijk worden omgezet in niet-gewerkte dagen, mits de arbeider hiermee individueel instemt. Deze omzetting en de daarmee verband houdende modaliteiten moeten worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau.
Syndicale premie
De syndicale premie bedraagt voor de actieven 120 euro.

Aanvullende vergoedingen
Informatie
In tegenstelling tot de andere metaalsectoren is er in de non-ferrometaalsector geen sectoraal fonds voor bestaanszekerheid.
Elke werkgever betaalt alle aanvullende uitkeringen rechtstreeks aan zijn werknemers.
Op sectorniveau is echter een minimumregeling overeengekomen, die werkgevers verplicht moeten toepassen.
Tijdelijke werkloosheid
De arbeiders die minstens 15 dagen in dienst zijn van het bedrijf op het moment dat ze tijdelijk werkloos worden, hebben recht op een bijkomende werkloosheidsuitkering voor elke dag werkloosheid waarvoor de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een volledige of halve werkloosheidsuitkering toekent:
- tijdelijke werkloosheid om economische redenen
- tijdelijke werkloosheid door een technisch ongeval
- tijdelijke werkloosheid door slecht weer
- tijdelijke werkloosheid door bedrijfssluiting tijdens de jaarlijkse vakantie
- tijdelijke werkloosheid door tijdelijke overmacht, met inbegrip van stakingen
Duur | Dagwerk | Ploegenwerk |
Tot de 18de dag | 9,93€ | 11,82€ |
Van de 19de tot de 36ste dag | 13,48€ | 16,56€ |
Van de 37ste tot de 54ste dag | 17,22€ | 21,35€ |
Vanaf de 55ste dag | 20,82€ | 26,10€ |
Slecht weer en sluiting jaarlijkse vakantie
Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld voor elke dag werkloosheid waarvoor de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een volledige werkloosheidsuitkering toekent voor maximaal 4 weken per geval.
De uitkering bedraagt 7,25€.
Overmacht
De uitkering bedraagt 9,93€ sinds 1 mei 2023.
Volledige werkloosheid
Arbeiders die worden ontslagen om economische of technische redenen of van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd omwille van medische overmacht en die ten minste 15 dagen in dienst zijn van de onderneming op het ogenblik dat ze werkloos worden, hebben recht op een aanvullende werkloosheidsuitkering voor elke dag werkloosheid waarvoor de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een volledige of halve werkloosheidsuitkering toekent voor de hieronder bepaalde periode.
De duur van de uitkeringen is:
- 120 dagen voor arbeiders die jonger zijn dan 35 jaar op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt;
- 210 dagen voor arbeiders die 35 jaar of ouder zijn, maar jonger dan 45 op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt;
- 300 dagen voor arbeiders die 45 jaar of ouder zijn, maar jonger dan 53 op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt;
- voor arbeiders die op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst eindigt 53 jaar of ouder zijn en die niet in aanmerking komen voor de regeling voor brugpensioen, tot de pensioengerechtigde leeftijd.
Bedragen
- Arbeiders tot 52 jaar: 7,47€ voor elke dag werkloosheid waarvoor de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een volledige werkloosheidsuitkering toekent (3,70€ indien ½ uitkering).
- Arbeiders vanaf 53 jaar: 131,72€ per maand, pro rata voor deeltijdsen.
Sluiting van de onderneming
In ondernemingen waar tijdens het vorige kalenderjaar gemiddeld minder dan 20 werknemers in dienst waren en waarop de sluitingswetgeving niet van toepassing is, hebben arbeiders in geval van sluiting van de onderneming recht op een sluitingsvergoeding ten laste van de werkgever ten bedrage van 276,83€, vermeerderd met 13,83€ per jaar anciënniteit in de onderneming.
Ziekte
Arbeiders jonger dan 55 jaar
Voltijds tewerkgestelde arbeiders jonger dan 55 jaar met minstens een maand anciënniteit die gedurende minstens twee maanden arbeidsongeschikt zijn wegens ziekte, bevalling of ongeval, ontvangen een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 98,90 euro per volledige maand arbeidsongeschiktheid, van de tweede tot de twaalfde maand, op voorwaarde dat deze arbeiders een primaire ziekte-uitkering ontvangen in toepassing van de wetgeving inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Voor deeltijdse arbeiders wordt de maandelijkse uitkering van 98,90 euro aangepast in verhouding tot hun prestaties.
Arbeiders van 55 jaar en ouder
Voltijds tewerkgestelde arbeiders die op de leeftijd van 55 jaar of ouder arbeidsongeschikt worden wegens ziekte of ongeval, ontvangen na afloop van de periode die gedekt wordt door het gewaarborgd loon en tot de normale pensioenleeftijd een uitkering van 6,40 euro per ziektedag die door de ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt vergoed, met een maximum van zes dagvergoedingen per week, op voorwaarde dat zij ten minste zes maanden, al dan niet opeenvolgend, hebben gewerkt tussen de datum van hun 54e verjaardag en de datum van het begin van de ziekte.
Voor deeltijdse arbeiders wordt de dagvergoeding van 6,40 euro aangepast in verhouding tot hun prestaties.

Aanvullend pensioen
Aanvullend pensioen
De sector van de non-ferrometalen heeft geen sectoraal pensioenfonds, maar alle bedrijven zijn verplicht om elk jaar een vast bedrag (jaarlijks geïndexeerd) gelijk aan 0,6% van het individuele brutoloon voor 100% toe te wijzen aan een extralegaal pensioenstelsel dat op bedrijfsniveau bestaat of zal worden gecreëerd.
Ontdek uw bedrijfssector
Of je nu werkt in de burgerluchtvaart, carrosseriebouw, metaalhandel of een andere industriegerelateerde sector, wij hebben relevante informatie voor jou. Kies hieronder uw sector om toegang te krijgen tot specifieke bronnen, nieuws en advies op maat van uw vakgebied.
Selecteer je sectie voor meer gerichte informatie

