Monterders – PC 111.03
Arbeidstijd en verloven
Ontdek hier de arbeidsduur die van toepassing is in de sector “monteurs” en alle rusttijden waarop u recht hebt.
Het is mogelijk dat er binnen uw onderneming afspraken zijn die verder gaan dan de sectorale minima.

Arbeidstijd
Arbeidstijd
De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 37 uur maximum, berekend op jaarbasis (hetzij in principe 1.702 uren per arbeider, rekening houdend met de feestdagen en de dagen jaarlijkse vakantie).

Overuren
MEER INFORMATIE NODIG ?
Neem contact op met je afgevaardigde of met het Metallo-kantoor van je regio.
Overuren
De wet betreffende wendbaar en werkbaar werk, beter bekend onder de naam van zijn auteur Peeters, stipuleert dat de wettelijke arbeidstijd van 38 uren gemiddeld gepresteerd dient te worden op jaarbasis, weliswaar binnen de grenzen van 9 uren per dag en 45 uren per week.
Dat was al een conventionele praktijk in deze sector.
Aangezien de arbeidsduur conventioneel op 37 uren werd gebracht, is dit de maatstaf in de sector van de monteerders.
Interne overurengrens
In de sector van de monteerders hadden we bovendien al een sectoraal overurenkrediet van 143 uren.
De wet-Peeters heeft deze interne overurengrens veralgemeend.
Eens deze grens bereikt is, moet er gecompenseerd worden, hetzij via inhaalrust, hetzij via uitbetaling.
Deze overuren mogen worden gepresteerd na de goedkeuring van de vakbondsafvaardiging.
Vrijwillige overuren en relance-uren
Per kalenderjaar kunnen werknemers 120 ‘vrijwillige’ overuren presteren op voorwaarde van een individueel akkoord tussen werknemer en werkgever. Dit akkoord moet om de zes maanden worden hernieuwd.
- Van deze 120 vrijwillige overuren tellen de eerste 25 uren niet mee voor het bepalen van de interne grens van 143 uren (de resterende 95 wel, indien deze worden gepresteerd uiteraard).
- Deze vrijwillige overuren worden uitbetaald (loon + overloon), ze kunnen niet worden opgenomen in de vorm van inhaalrust.
Dergelijke overuren moeten ook niet gemotiveerd worden; een buitengewone werkvermeerdering of onvoorziene omstandigheden inroepen, hoeft in dit geval dus niet. Voor dit soort overuren is er ook geen goedkeuring van de vakbondsafvaardiging nodig.
Let op : in het kader van de coronacrisis besliste de regering dat bedrijven bijkomend nog eens 120 vrijwillige ‘relance-uren’
kunnen laten presteren. Normaal kunnen ondernemingen gebruik maken van de bestaande 120 ‘gewone’ vrijwillige overuren, maar in combinatie met de relance-uren wordt dat aantal beperkt tot 100. In totaal kunnen ondernemingen dus 220 vrijwillige overuren laten presteren (100 gewone vrijwillige overuren + 120 relance-uren). Dit is een tijdelijke maatregel die geldig is tot 30 juni 2025.
De relance-uren zijn netto-overuren. Ze worden betaald aan 100% zonder inhaalrust en zonder overloon. Er worden ook geen sociale zekerheidsbijdragen noch bedrijfsvoorheffing op betaald. De relance-uren moet steeds schriftelijk worden overeengekomen tussen de werkgever en de individuele werknemer. Deze overeenkomst is maximaal zes maanden geldig (maar kan telkens worden hernieuwd).
Kleine flexibiliteit
Bij een buitengewone vermeerdering van werk of bij een onvoorziene noodzakelijkheid kan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur met in totaal 143 uren worden overschreden. Voorwaarde is wel dat er in een periode van 12 maanden gemiddeld niet meer dan 37 uur per week wordt gewerkt. Dit is een sectorale regeling in de sector van de monteerders.

Verloven
loopbaanverlof
Naast de algemene bepalingen zoals de wetgeving inzake de jaarlijkse vakantie, de verloven om dwingende redenen, de feestdagen, de "jeugd"- en "senior"-vakantie, enz... heeft de sector van de monteerders voorzien in dagen loopbaanverlof, als volgt bepaald:
- De arbeiders van 50 jaar of ouder met minstens 6 maanden anciënniteit: 1 dag loopbaanverlof per jaar
- De arbeiders van 58 jaar of ouder: 2 dagen loopbaanverlof per jaar
- (nieuw sinds 1 januari 2024) De arbeiders van 60 jaar of ouder: 3 dagen loopbaanverlof per jaar.
Deze loopbaanverlofdagen worden op dezelfde manier betaald als feestdagen. Deze loopbaanverlofdagen kunnen worden opgenomen vanaf de 1e dag van de maand waarin je 50/58/60 jaar wordt.
In ieder geval moet je je dag opnemen binnen het kalenderjaar, tenzij je anders overeenkomt met je werkgever.

Klein verlet
MEER INFORMATIE NODIG ?
Neem contact op met je afgevaardigde of met het Metallo-kantoor van je regio.
Klein verlet
De wet geeft de werknemer het recht op omstandigheidsverlof (of klein verlet) met behoud van loon ter gelegenheid van familiegebeurtenissen, voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht.
De basisreglementering is suppletief: De sectoren kunnen in gunstiger bepalingen voorzien (bijvoorbeeld betaald klein verlet gedurende langere periodes of voor nog andere redenen).
In de sector van de monteerders bestaan er gunstigere bepalingen voor bepaalde bijzondere familiale situaties.
Gebeurtenis |
Duur van afwezigheid |
1.1. Huwelijk van de werknemer. 1.2. PC 111.03: De neerlegging van de verklaring van wettelijke samenwoning bepaald in artikel 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. |
PC 111.03: Drie dagen door de werknemer te kiezen. |
2.1. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn/ haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een regelmatig door hem opgevoed kind, van een (half)broer, van een (half)zus, van een schoonbroer, van een schoonzuster, van de vader, van de moeder, van een grootvader, van een grootmoeder, van de schoonvader, van de stiefvader, van de schoonmoeder, van de stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer, van de schoonbroer of schoonzus van de echtgeno(o)t(e) van de arbeider, van elk ander familielid dat bij de arbeider inwoont. 2.2. PC 111.03: De neerlegging van de verklaring van wettelijke samenwoning, bepaald in artikel 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, van een kind van de werknemer of van zijn/ haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een regelmatig door hem opgevoed kind, van een (half)broer, van een (half)zus, van een schoonbroer, van een schoonzuster, van de vader, van de moeder, van een grootvader, van een grootmoeder, van de schoonvader, van de stiefvader, van de schoonmoeder, van de stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer, van de schoonbroer of schoonzus van de echtgeno(o)t(e) van de arbeider, van elk ander familielid dat bij de arbeider inwoont. |
De dag van het huwelijk / van de neerlegging. |
3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn/ haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een kind dat regelmatig door de arbeider wordt opgevoed, van een kleinkind, van een (half)broer, van een (half)zus, van een schoonbroer, van een schoonzus van de werknemer, van een schoonbroer of schoonzus van zijn/haar echtgeno(o)t(e), van elk ander familielid dat bij de arbeider inwoont. |
De dag van de plechtigheid. |
4.1. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, van een kind van de werknemer of zijn/ haar echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner.
4.2. Overlijden van een pleegkind van de werknemer in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden. |
PC 111.03: 10 dagen, waarvan 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag die het overlijden voorafgaat en eindigt de dag volgend op de begrafenis, en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden.
10 dagen, waarvan 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis, en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. |
5. Overlijden van een door de arbeider opgevoed kind, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner. |
PC 111.03: Vijf dagen te kiezen door de arbeider in de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis. |
6. Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden. |
3 dagen te kiezen door de werknemer in de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis. |
7. Overlijden van een (half)broer, (half)zus, schoonbroer, schoonzus, grootvader, grootmoeder, kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van diens echtgeno(o)t(e) of (wettelijk
|
2 dagen te kiezen door de werknemer in de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis. |
8. Overlijden van een (half)broer, (half)zus, schoonbroer, schoonzus, grootvader, grootmoeder, kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van diens echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner die niet bij de werknemer inwoont. |
De dag van de begrafenis. |
9.1. Overlijden van een kind van de werknemer of de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner van de werknemer dat op het moment van overlijden in kortdurende plaatsing is geplaatst. 9.2. PC 111.03: Overlijden van een ander familielid dat onder hetzelfde dak woont als de arbeider. 9.3. PC 111.03: Overlijden van de voogd (m/v) van een arbeider die minderjarig is of van een minderjarig kind waarvan de arbeider voogd is. |
De dag van de begrafenis. |
10. Plechtige communie van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind van de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner of van een regelmatig door de arbeider opgevoed kind. |
De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gebruikelijke inactiviteitsdag, de gebruikelijke activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt. |
11. Deelneming van een wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind van de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner of van een regelmatig door de arbeider opgevoed kind aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaatsvindt. |
De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gebruikelijke inactiviteitsdag, de
|
12. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn/haar verblijf in een recruterings- en selectiecentrum. |
De nodige tijd, met een maximum van drie dagen. |
13. Verblijf van de werknemer- gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in een van de verplegingsinrichtingen die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen. |
De nodige tijd, met een maximum van drie dagen. |
14. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. |
De nodige tijd, met een maximum van één dag. |
15. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning v/d arbeidsrechtbank. |
De nodige tijd, met een maximum van vijf dagen. |
16. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd. |
17. Uitoefening van ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europese Parlement. |
De nodige tijd, met een maximum van vijf dagen. |
18. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdstembureau voor stemopneming bij parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. |
De nodige tijd, met een maximum van vijf dagen. |

Loopbaanonderbreking en stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Loopbaanonderbreking en stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Bepaalde vormen van loopbaanonderbreking geven recht op uitkeringen ten laste van de RVA.
Alle nuttige informatie over het tijdskrediet met motief, de landingsbanen, de thematische verloven, het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, ... kun je terugvinden op de website van de RVA : https://www.rva.be
Ziekte – medische controle
Ziekte – medische controle
De werkgever heeft steeds het recht om de echtheid van de arbeidsongeschiktheid te laten vaststellen door een controlearts. De werknemer mag zich aan een dergelijk onderzoek niet onttrekken.
De wettelijke bepalingen voorzien echter in de mogelijkheid om een "periode van beschikbaarheid" vast te leggen in een collectieve arbeidsovereenkomst (op sector- of bedrijfsniveau) of in het arbeidsreglement.
In de sector van de metaalbouw is sinds het nationaal akkoord van 2015-2016 bepaald dat de werknemers beschikbaar moeten zijn in hun woonplaats voor de controle op de 2e en de 3e dag van hun periode van arbeidsongeschiktheid en dit tussen 9.30 uur en 13.30 uur.
Ontdek uw bedrijfssector
Of je nu werkt in de burgerluchtvaart, carrosseriebouw, metaalhandel of een andere industriegerelateerde sector, wij hebben relevante informatie voor jou. Kies hieronder uw sector om toegang te krijgen tot specifieke bronnen, nieuws en advies op maat van uw vakgebied.
Selecteer je sectie voor meer gerichte informatie

