Terugwinning van metalen – PSC 142.01

In de sector van de terugwinning van metalen worden de lonen telkens geïndexeerd op 1 januari.

De indexverhoging wordt berekend door de verhouding te maken tussen:

• de afgevlakte gezondheidsindex van december van het lopende jaar
• en de afgevlakte gezondheidsindex van december van het voorgaande jaar

Zo bedroeg de indexverhoging 3,58% op 1 januari 2025.

In de sector bestaat een systeem van ecocheques.

De ecocheque is een extralegaal voordeel, waarop geen belastingen noch sociale bijdragen betaald worden. Dergelijke cheques zijn bedoeld voor de aankoop van ecologische producten en diensten. Ze zijn twee jaar geldig. De waarde van een afzonderlijke ecocheque mag het bedrag van 10 euro niet overschrijden. De lijst van producten en diensten die met ecocheques kunnen worden aangekocht, staan als bijlage opgesomd in de NAR-cao nr. 98.

Alle voltijdse arbeiders van de sector metaalrecuperatie ontvangen 250€ aan ecocheques per jaar.

Deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro-rata-uitbetaling (op basis van de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de deeltijdse arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de voltijdse arbeider).

De referteperiode loopt van 1 juni van het vorige jaar tot en met 31 mei van het lopende jaar. De ecocheques worden op 30 juni uitbetaald.

In- en uittreders ontvangen hun ecocheques eveneens pro rata. Uitzendkrachten genieten dezelfde rechten als de vaste arbeiders, op voorwaarde van vijf dagen tewerkstelling in de onderneming. De ecocheques zijn in dat geval ten laste van het uitzendkantoor.

Welke dagen worden gelijkgesteld aan gewerkte dagen?

• Dagen van tijdelijke werkloosheid
• Alle dagen die worden gedekt door een gewaarborgd loon
• De dagen van afwezigheid door ziekte of (arbeids-) ongeval voor hoogstens 30 dagen bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon
• De dagen van moederschaps- en vaderschapsverlof.

Een alternatieve besteding van de ecocheques op ondernemingsvlak is mogelijk.

Er zijn twee voorwaarden:

• Er moet een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemings- vlak worden afgesloten.
• Het jaarlijkse bedrag van 250€ moet gegarandeerd blijven.

Regels

Sinds 1975 moet de werkgever een deel van de kosten van het woon-werkverkeer terugbetalen. De tegemoetkoming is afhankelijk van de afstand tussen de woonplaats en de onderneming.

Voor het vervoer met de trein geldt een derde betalersregeling met de NMBS sinds 2019. Hierdoor wordt een treinabonnement gratis voor de arbeider (de werkgever betaalt 80%, de resterende 20% is ten laste van de overheid).

Voor het openbaar vervoer (behalve treinen) geldt sinds 2019 een tussenkomst van de werkgever ten belope van 80%.

Voor het vervoer met een privévervoermiddel vind je de bedragen in onderstaande tabellen.

Voor de arbeiders die met de fiets naar het werk gaan, betaalt de werkgever een fietsvergoeding van 0,27 euro per afgelegde kilometer. Het aantal kilometers die recht geven op een fietsvergoeding zijn beperkt tot 40 kilometer per dag (heen en terug samen).

Bedragen

De tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten met een privévervoermiddel dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS.

Het bedrag van de eindejaarspremie bedraagt 9,1% van het bruto jaarloon van de arbeider. Voor de berekening van het brutoloon wordt geen rekening gehouden met overuren.

Datum van betaling uiterlijk 31 december

Toekenningsvoorwaarden :

• Op 30 november dient de arbeider een dienstanciënniteit van één jaar te hebben in de onderneming.
• De arbeiders die sedert ten minste drie maanden in de onderneming zijn tewerkgesteld, hebben recht op een premie gelijk aan 9,1% van het brutoloon verdiend in de onderneming tijdens het refertejaar.
• Hebben ook recht op eindejaarspremie:
  
  • De tijdens het refertejaar gepensioneerde of op brugpensioen/stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag gestelde arbeiders, alsook de rechthebbenden van een in hetzelfde jaar overleden arbeider.
  • De arbeiders die gedurende het refertejaar worden ontslagen om gelijk welke reden, behalve de dringende reden.
  • De arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in onderlinge toestemming.
  • De arbeiders die de onderneming vrijwillig verlaten.

Gelijkstellingen :

• De arbeidsongeschiktheden voortvloeiend uit arbeidsongevallen of beroepsziekten.
• De arbeidsongeschiktheden voortvloeiend uit andere ongevallen of ziekten, voor zover zij een ononderbroken duur van ten minste 14 kalenderdagen hebben. De gelijkstelling wordt tot 60 dagen per referteperiode beperkt.
• De afwezigheden in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens tijdelijke werkloosheid in toepassing van artikel 51 van de Wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. De gelijkstelling wordt tot maximum 60 dagen per referteperiode beperkt.
• De afwezigheden voortvloeiend uit wettelijk kort verlet, syndicale vorming, wederoproeping onder de wapens, bevallingsrust, geboorteverlof, syndicale opdrachten en door de werkgever toegestane afwezigheden voor aan het wettelijk kort verlet gelijkaardige motieven, uitgezonderd de door de werkman of werkster aangevraagde onbezoldigde bijkomende vakantie.
• De betaalde wettelijke feestdagen.

Syndicale premie

Een syndicale premie wordt jaarlijks toegekend aan arbeiders die lid zijn van één van de interprofessionele representatieve werknemersorganisaties, die in het nationaal vlak zijn verbonden.

De syndicale premie bedraagt 120€ voor de actieven.

Anciënniteitstoeslag

De sector van de terugwinning van metalen voorziet in de betaling van een anciënniteitstoeslag als volgt:

• + 0,05 euro vanaf 5 jaar anciënniteit
• + 0,10 euro vanaf 10 jaar anciënniteit
• + 0,15 euro vanaf 15 jaar anciënniteit

Jaarlijkse premie

Sinds 2019 hebben arbeiders recht op een jaarlijkse premie. Elke voltijds tewerkgestelde arbeider met een volledige referteperiode heeft recht op een premie ter waarde van 176,18 euro bruto (bedrag 2023).

De premie wordt uitbetaald met de loonafrekening van de maand juli.

Op bedrijfsniveau kan de jaarlijkse premie een alternatieve vorm aannemen, via een overdraagbare bedrijfsenveloppe. De bestemming van de premie kan enkel op bedrijfsniveau worden onderhandeld.

Binnen de sector van de terugwinning van metalen werd een Fonds voor Bestaanszekerheid opgericht.

Het Fonds kent vergoedingen en andere sociale voordelen toe aan de arbeid(st)ers die werken in een onderneming die behoort tot het PSC 142.01 en het financiert vormings- en opleidingsinitiatieven voor de arbeid(st)ers, de werkzoekenden en de werkgevers- en vakorganisaties.

Hier vind je een overzicht van de aanvullende vergoedingen die worden betaald door het Fonds van Bestaanszekerheid.

• In geval van volledige werkloosheid: 5,53 euro per volledige uitkering - 2,86 euro per halve uitkering;
• Voor oudere werklozen: 5,53 euro per volledige uitkering - 2,86 euro per halve uitkering;
• In geval van SWT: Het Fonds betaalt de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering.
• In geval van tijdelijke werkloosheid: 6,35 euro per volledige uitkering - 3,18 euro per halve uitkering (Vanaf de 51e dag zijn de aanvullende vergoedingen door de werkgever betaald vanaf 1 januari 2020, gelijk aan 4 EUR per werkloosheidsvergoeding betaald met toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering - 2 EUR per halve uitkering betaald met toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering).

• In geval van ziekte: De arbeiders hebben recht op een uitkering in aanvulling op de vergoedingen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering ten laste van het Fonds, en dit na ten minste 60 dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid wegens een beroepsziekte of een arbeidsongeval.

  Bedragen :

  • 66,27 euro na de eerste zestig dagen ononderbroken ongeschiktheid;
  • 90,16 euro extra na de eerste 120 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
  • 117,09 euro extra na de eerste 180 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
  • 117,09 euro extra na de eerste 240 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
  • 117,09 euro extra na de eerste 300 dagen ononderbroken ongeschiktheid;
  • 117,09 euro extra na de eerste 365 dagen ononderbroken ongeschiktheid.

De toepassing van de voorgaande bepalingen kunnen slechts leiden tot het toekennen van een globale vergoeding van 600 EUR en dit gedurende één kalenderjaar.

• Voor oudere zieken (vanaf 53 jaar, na 3 jaar anciënniteit in de sector): 6,06 euro/dag.