LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN - PSC 315.02

Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen bedraagt 2060.62€ op 1 februari 2024 en is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) dat maandelijks wordt vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Dit bedrag stemt overeen met een voltijdse tewerkstelling.

Het gewaarborgd minimum maandinkomen wordt voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2010 gesloten voor onbepaalde tijd.

Het indexcijfer van de consumptieprijzen wordt vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1978 betreffende de koppeling van de lonen en de wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen andere dan SABENA.

Iedere maal dat het indexcijfer van de consumptieprijzen een van de spilindexcijfers bereikt of er wordt op teruggebracht, wordt het gewaarborgd minimummaandinkomen en de lonen en wedden opnieuw berekend door ze met 2% te verhogen of te verlagen.

Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen kan dus iedere maand wijzigen.

De werknemers en werkneemsters hebben recht op een maaltijdcheque per daadwerkelijk gepresteerde dag, met een minimale nominale waarde van 6€. De tussenkomst van de werkgever in de kost van de maaltijdcheque bedraagt 4,91€, en die van de werknemer moet minstens gelijk zijn aan 1,09€.

De werknemers en werkneemsters van de sector van de luchtvaartmaatschappijen hebben recht op ecocheques voor een waarde van 100€ netto betaalbaar in januari.

De referteperiode is vastgelegd van 1 januari tot 31 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de ecocheques worden betaald.

Deze ecocheques worden betaald pro rata de effectieve en gelijkgestelde prestaties voor de deeltijdse werknemers en werkneemsters.
Met effectief gepresteerde dagen wordt bedoeld het aantal prestatiedagen waarvoor de betrokken werknemer loon heeft gekregen.
Met gelijkgestelde dagen wordt bedoeld het aantal dagen tijdens welke de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is geschorst met betaling van loon, de dagen vaderschapsverlof waarvoor loon door de werkgever wordt betaald, de dagen moederschapsverlof, de dagen van tijdelijke werkloosheid.

Mits het akkoord van de vakbondsafvaardiging kunnen deze ecocheques worden omgezet. Bij gebrek aan een vakbondsafvaardiging binnen de onderneming, deelt de werkgever de eventuele afwijkingen mee aan de voorzitter van het PSC 315.02.

In januari van elk jaar wordt een jaarlijkse premie toegekend aan de werknemers en werkneemsters. De referteperiode loopt van 1 januari tot 31 december. Het bedrag van deze premie is gelijk aan 215.60€ (februari 2024). Deze premie wordt geïndexeerd overeenkomstig de CAO van 18 februari 2004, neem contact op met je ABVV-Metallo afgevaardigde of gewestelijke secretaris voor de meest recente bedragen.
Mits het akkoord van de vakbondsafvaardiging kunnen deze ecocheques worden omgezet. Bij gebrek aan een vakbondsafvaardiging binnen de onderneming, deelt de werkgever de eventuele afwijkingen mee aan de voorzitter van het PSC 315.02.
Gelijkstellingen identiek aan die van het stelsel van de ecocheques en uitsluitingen in geval van ontslag om dringende reden en verbreking van de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord.

Ploegenpremie voor arbeid in variabele uurroosters in opeenvolgende ploegen

Als arbeid in variabele uurroosters in opeenvolgende ploegen wordt beschouwd de organisatie van de arbeid waarbij dezelfde arbeidsprestaties verricht worden door ploegen van werknemers/werkneemsters, waarbij een ploeg de andere aflost. In een etmaal van 24 uren verrichten ten minste 3 ploegen afwisselend en opeenvolgend dezelfde arbeidsprestaties.
De arbeid in variabele uurroosters in opeenvolgende ploegen is verdeeld in “dagploegen” en “nachtploegen”.

• Dagploeg: tussen 6.00 en 22.00 uur - Toeslag van 10%
• Nachtploeg: minimum 3 uren tussen 22.00 en 6.00 uur - Toeslag van 20%

Wanneer de werknemer sporadisch in opeenvolgende ploegen werkt, dan wordt uitsluitend voor de prestaties in variabele uurroosters in opeenvolgende ploegen een loontoeslag toegekend.
Indien 2/3 van de arbeidsprestaties wordt verricht in variabele uurroosters in opeenvolgende ploegen, zal voor het geheel van de arbeidsprestaties een toeslag worden betaald.
De arbeidsprestaties worden berekend op grond van de kalenderdagen waarop arbeid werd verricht. Hierbij wordt de referteperiode in aanmerking genomen, welke is vastgesteld voor de berekening van de overuren en voor de organisatie van de ploegenarbeid in het algemeen.

Syndicale premie

De syndicale premie zal verhoogd worden binnen de wettelijk vastgestelde grenzen van de fiscale vrijstelling en is momenteel gelijk aan een maximumbedrag van 145€. In de loop van de maand april bezorgt het sociaal fonds je een attest dat moet worden bezorgd aan je afgevaardigde en/of de MWB-ABVV secretaris van je regio vóór het einde van de maand juni.

Dans le cadre du trajet domicile-travail et pour ce qui concerne le transport organisé par la SNCB, l'intervention des employeurs dans les frais d'une carte de train 2e classe est fixée à 80 % du prix de revient.
Le reliquat de 20 % est suppléé par les pouvoirs publics, de sorte que le travailleur puisse faire gratuitement le déplacement entre son domicile et le lieu de travail.

Utilisation d’un véhicule privé

L’intervention dans les frais de transport privé est limitée à un parcours inférieur ou égal à 75 km (trajet simple).
Cette intervention est calculée comme si la distance était effectuée en train et est égale en moyenne à 70% du prix de la carte de train de la S.N.C.B. en 2ème classe, pour un nombre de kilomètres correspondants.
L’intervention dans les frais de transport est cumulable avec celle pour le transport en commun.
Cette intervention dans le prix du transport privé est octroyée aux travailleurs qui bénéficient d’une rémunération brute annuelle égale ou inférieure à 56.020,70 EUR€ (septembre 2023), liée à l’indice des prix à la consommation.

Indemnité vélo

Une indemnité vélo de € 0,24€ par kilomètre parcouru à vélo. Les modalités de cette indemnité vélo doivent être élaborées par l'employeur au niveau de l'entreprise.

Déplacements de service

Le travailleur ou la travailleuse qui utilise son moyen de transport motorisé privé pour des raisons de service, et pour autant que son supérieur hiérarchique ou le préposé de ce dernier lui en ait donne I ‘autorisation, a droit à une indemnité calculée sur la base des kilomètres parcourus.

A la date du 1er juillet 2023, le montant de l’indemnité kilométrique est fixé à 0,4237 par kilomètre conformément à l’article 74 de l’arrêté royal du 13 juillet 2017 fixant les allocations et indemnités des membres du personnel de la fonction publique fédérale.

Les travailleurs occupant des fonctions non opérationnelles ont droit, à leur demande, d'effectuer au moins deux jours de télétravail par semaine. Une indemnité de télétravail de 20 euros par mois lui est octroyée dans ce cas.

Si l’employeur impose le télétravail, la travailleuse ou le travailleur a droit à une indemnité mensuelle de télétravail au moins égale au montant maximum exonère d'impôts et de cotisations de sécurité sociale en vigueur à ce moment-Ià (montant au 1er décembre 2023 : 151,70 euros).

Ce montant est proratisé au nombre de jours obligatoires de télétravail imposé par semaine ou par mois.

Dans les entreprises occupant 20 travailleurs ou moins et lorsque la procédure relative aux licenciements collectifs n’est pas applicable, il y a lieu de respecter la procédure ci-dessous s’il existe une intention de licencier simultanément 3 travailleurs ou plus pour des raisons économiques ou techniques :

• Organisation d’une concertation sociale collective durant le mois précédant un licenciement par l’employeur ;
• Dans l’hypothèse où la concertation n’aboutit à aucun accord au bout de ce mois, la partie la plus diligente peut saisir le bureau de conciliation de la commission paritaire ;
• En cas de non-respect de la procédure, une indemnité complémentaire de licenciement correspondant à 3 mois de salaire sera due par l’employeur.

Le reclassement professionnel (outplacement) recouvre l'ensemble des services et des conseils d'orientation qui sont fournis individuellement ou en groupe par un tiers (prestataire de services) pour le compte d'un employeur, afin de permettre à un travailleur de retrouver lui-même et le plus rapidement possible un emploi auprès d'un nouvel employeur ou de développer une activité professionnelle en tant qu'indépendant.

La loi prévoit quatre types de reclassement professionnel :

• le régime général de reclassement professionnel;
• le régime particulier de reclassement professionnel pour les travailleurs d’au moins 45 ans;
• le régime spécifique de reclassement professionnel en cas de gestion active des restructurations;
• le régime spécifique de reclassement professionnel pour les travailleurs dont le contrat de travail prend fin du fait que l'employeur invoque la force majeure médicale.

Le secteur des compagnies aériennes prévoit que l'employeur puise bénéficier d'une intervention forfaitaire dans les frais de procédure de reclassement professionnel à charge du Fonds de sécurité d'existence des compagnies aériennes de 3.500 € par dossier, à condition d'introduire une demande à cette fin au plus tard 6 mois après le préavis ou la rupture du contrat de travail.

Le travailleur donnant droit à cette intervention du Fonds devra être âgé de 40 ans au moment du licenciement et avoir une année d’ancienneté ininterrompue.

Les normes de qualité prises en compte par le Fonds précité lors de l'exécution de cette mission sont définies dans la CCT du 25 novembre 2019.

Les travailleuses et travailleurs du secteur des compagnies aériennes ont droit aux indemnités suivantes à charge du Fonds de sécurité d’existence  :