Overslaan en naar de inhoud gaan

Veroordeling wegens vreedzame actie

1

Vooraf: op 24 juni 2016 organiseerde het ABVV een nationale staking tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. Net zoals elders in het land, werd in Antwerpen gevolg gegeven aan deze staking wat uiteindelijk uitmondde in een veroordeling door de rechtbank van Eerste Aanleg (29 juni 2018) van de voorzitter van ABVV-Antwerpen wegens het ‘kwaadwillig’ belemmeren van het verkeer, en dat als organisator van de syndicale actie.
Vandaag, 26 juni 2019, heeft het Hof van Beroep van Antwerpen de principiële veroordeling van de voorzitter van ABVV-Antwerpen aangehouden. Voor het ABVV komt dat neer op een veroordeling voor het voeren van een vreedzame actie tegen het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd en voor hogere lonen. Het ABVV is dan ook ontgoocheld en erg verontrust. En samen met ons de hele vakbeweging en alle organisaties die vreedzaam actievoeren, hun stem laten horen en ‘neen’ zeggen tegen onrecht en asociale maatregelen.
Wij zijn ontgoocheld omdat deze uitspraak indruist tegen een eerdere rechtspraak van het Antwerpse Hof van beroep. Het Hof oordeelde in 2004 immers in een gelijkaardige zaak nog dat het uiteindelijke opzet van de actievoerders niet was het verkeer te belemmeren, maar wel ruchtbaarheid te geven aan syndicale eisen. Syndicale eisen, die net zoals in 2016, de optrekking van de wettelijke pensioenleeftijd als onderwerp hadden. Het Hof oordeelde toen ook dat wat geldt voor terroristische misdrijven ook geldt voor het voor deze veroordeling ingeroepen art. 406 van het Strafwetboek. Namelijk dat het artikel niet kan worden gebruikt om mensenrechten en fundamentele vrijheden, zoals het stakingsrecht en het recht van betoging, in te perken.
We zijn verontrust omdat elke toekomstige vreedzame actie van vakbonden of het brede middenveld, riskeert strafbaar gesteld te worden. Terwijl een sterke democratie net gekenmerkt wordt door de ruimte die gegeven wordt om open en vreedzaam actie te voeren. Vreedzaam actievoeren strafrechtelijk veroordelen, is de democratie die broodnodige zuurstof ontzeggen.
Dat we deze veroordeling samen met onze advocaten diepgaand gaan analyseren, staat vast. Wat echter ook vaststaat, is dat deze veroordeling ons niet zal beletten om actie te blijven voeren. We zullen niet toelaten dat een veroordeling bepaalt hoe en wanneer we als ABVV, als vakbeweging, zullen actievoeren. Hoe en wanneer we opkomen voor een sociale en rechtvaardige samenleving, voor het recht op betere arbeidsomstandigheden, een zeker pensioen en voldoende hoge lonen. Het ABVV zet dan ook volop in om het strafwetboek te laten wijzigen. Art. 406 kan niet langer misbruikt worden om het stakingsrecht of recht van betoging, in te perken. Net zoals het geval is voor de bepalingen inzake terroristische misdrijven, moet verduidelijkt worden dat art. 406 van het strafwetboek niet van toepassing is op syndicale acties.
Het is overigens ook niet de eerste keer dat vakbondsleden veroordeeld worden. In het verleden werden al honderden, zo niet duizenden syndicalisten geconfronteerd met strafrechtelijke vervolgingen en represailles. Net zoals die veroordelingen nooit hebben voorkomen dat we als vakbond blijven vechten voor onze rechten, zal deze uitspraak dat ook niet doen.
Wij laten ons door deze veroordeling niet afschrikken. Ze sterkt ons integendeel net om krachtige en sociaal rechtvaardige maatregelen te eisen en om te zorgen dat de toenemende ongelijkheid weggewerkt wordt.